Trombose herkennen en voorkomen

trombose herkennen

Wat is trombose precies? En hoe kun je trombose herkennen? U leest het hier.

Wat is trombose?

Trombose is een aandoening die kan ontstaan in de (slag)aderen. Er ontstaat dan een bloedpropje, ofwel een trombus. Zo’n samenklontering van bloedcellen kan vervolgens leiden tot een verminderde bloedtoevoer in de bloedvaten – met allerhande gevolgen van dien.

Lees ook: ‘Wat is trombose?’

Slagaderlijk of aderlijk

Bij trombose onderscheiden we twee hoofdvormen:

  • Arteriële trombose – trombusvorming in de (krans)slagaderen
  • Veneuze trombose – trombusvorming in de aderen

Een voorbeeld van een slagaderlijke trombose is een hartinfarct, voorbeelden van een (diep)veneuze trombose zijn blauwe plekken (oppervlakkige veneuze trombose) en een trombosebeen (diep-veneuze trombose). Verderop in dit blog vindt u meer voorbeelden.

Bloedstolsel, embolus & embolie

Als een bloedstolsel losraakt van de vaatwand, door het stromende bloed wordt meegevoerd en in een bloedvat in de longen, hersenen, het hart of in een slagader vastloopt, kan dat levensgevaarlijk zijn. Zo’n bloedstolsel wat losraakt en een bloedvat kan afsluiten, noemen we een embolus. Als er daadwerkelijk sprake is van het afsluiten van de bloedtoevoer, noemen we het een embolie.

Trombose herkennen

Trombose geeft niet altijd klachten. Hieronder een lijst van symptomen waaraan u een mogelijke trombose kunt herkennen.

Trombosebeen

  • Plotselinge zwelling
  • Een (strakgespannen) rode, blauwe en/of glanzende huid
  • Pijn, warm of zwaar gevoel

Mogelijke gevolgen bij geen snelle, adequate behandeling: longembolie.

▶️ Lees meer over een trombosebeen

Longembolie

  • Plotselinge snelle, oppervlakkige ademhaling
  • Plotselinge prikkelhoest
  • Benauwdheid
  • Pijn op de borst of tussen de schouderbladen
  • Verhoogde hartslag of lichaamstemperatuur
  • Bloed ophoesten

Mogelijke gevolgen bij geen snelle, adequate behandeling: longinfarct.

Herseninfarct

  • Scheve mond of naar beneden hangende mondhoek
  • Lichte of ernstige spraakstoornissen
  • Verlamming
  • Verlies van bewustzijn

Als deze verschijnselen binnen 24 uur verdwijnen, spreekt men van een TIA (transient ischemic attack). Zo niet, dan noemen we het een CVA of beroerte.

Mogelijke gevolgen bij geen snelle, adequate behandeling: overlijden.

Oogtrombose

  • Vermindering van zicht in één oog
  • Plotseling ontstaan van vlekken of lichtflitsen

Mogelijke gevolgen bij geen snelle, adequate behandeling: blindheid.

P.S. Neem bij een vermoeden van trombose altijd contact op met uw huisarts of bel 112. Hoe sneller u wordt geholpen, hoe minder de kans op schade en hoe groter de kans op (volledig) herstel.

Oorzaken trombose

Trombose ontstaat vaak na een ziekenhuisopname, of als de bloedstroom vertraagd is. Bekende risicofactoren voor trombose zijn:

  • Ouderdom
  • Erfelijke afwijkingen
  • Hoog cholesterolgehalte
  • Hoge bloeddruk
  • Vliegreizen
  • Langdurig gipsverband
  • Langdurig zitten of liggen
  • Hartritmestoornissen zoals boezemfibrilleren
  • Pilgebruik
  • Operaties
  • Ernstige ziektes
  • Diabetes
  • Roken
  • Overgewicht
  • Zwangerschap

Trombose voorkomen

Wat kunt u doen om het risico op trombose te verkleinen?

  • Beweeg voldoende
  • Eet gezond
  • Stop met roken
  • Vermijd knellende kleding
  • Voorkom overgewicht
  • Vermijd langdurig zitten of liggen

Trombose behandelen

Als iemand trombose heeft gehad en de kans op terugkeer aanwezig is, dan wordt door de huisarts of behandelend arts/specialist antistollingsmedicatie voorgeschreven. Antistollingsmiddelen – in de volksmond veelal ‘bloedverdunners’ genoemd – zorgen ervoor dat het bloed niet te snel stolt, waardoor bloedstolsels en dus trombose worden voorkomen.

Soorten antistollingsbehandelingen

In Nederland zijn verschillende soorten anticoagulantia ofwel antistollingsmiddelen verkrijgbaar:

  • Cumarines (tabletten met werkzame stof acenocoumarol of fenprocoumon)
  • Heparines (direct werkende injecties)
  • DOAC’s (tabletten met werkzame stof dabigatran, rivaroxaban, apixaban of edoxaban)

Zoals elk medicijn heeft ook elk antistollingsmiddel heeft zijn voordelen, nadelen en bijwerkingen. En niet elk stollingsmiddel is zomaar voor iedereen geschikt. De behandelend (huis)arts of specialist bepaalt in overleg met zijn of haar patiënt – op basis van gezondheidssituatie en/of leefstijl – welk antistollingsbehandeling het beste bij hem of haar past. Natuurlijk speelt ook de mate van zelfdiscipline i.v.m. het al dan niet stipt innemen van de bloedverdunners een rol. Cliënten van de De Nationale Trombose Dienst maken uitsluitend gebruik van cumarines.

Lees ook: ‘Wat zijn cumarines?’

▶️ Bekijk de voors, tegens en bijwerkingen van verschillende soorten medicijnen en anticoagulantia op www.apotheek.nl en/of www.lareb.nl.

Vragen?

Het is niet te hopen dat het u overkomt, maar met dit blog hopen wij dat u een mogelijke trombose in ieder geval (snel) kunt herkennen, zodat tijdig actie kan worden ondernomen.

Bent u al trombosepatiënt, ondergaat u momenteel een antistollingsbehandeling met acenocoumarol of fenprocoumon als werkzame stof en wilt u ook overstappen naar zelfmeten – zodat u eenvoudig zelf kunt meten, waar en wanneer u maar wilt?

Zo kunt u razendsnel van start:

  1. Meld u aan op www.trombosezelfzorg.nl
  2. Komt u in aanmerking? Volg de korte e-learning
  3. Bent u geslaagd? Een van onze zelfzorgconsulenten komt bij u langs
  4. U kunt direct van start met zelfmeten bij trombose

Tijdens de eerste weken van een ‘Trombose Zelfzorg’ antistollingsbehandeling wordt u natuurlijk intensief begeleid. De NTD neemt regelmatig contact met u op over de voortgang, eventueel medicijngebruik en het gebruik van uw persoonlijke dossier. Voor een optimale zorg, gewoon bij u thuis.

Wilt u eerst meer weten over zelfmeten bij trombose en/of een antistollingsbehandeling met cumarines? Neem gerust contact op met onze servicedesk via 088 – 003 88 80.

(Trombose)zorg voor uzelf. Altijd & overal.

Andere blogs

Die u wellicht ook interessant vindt: